Kinderfysiotherapie Indicatie en signalen

Behaal optimale resultaten met kinderfysiotherapie

Door te bewegen en te spelen ontdekken kinderen de wereld en ontwikkelen zij hun zintuigen en motoriek. Soms gaat dit niet vanzelf, maar wordt het kind belemmerd in de ontwikkeling. Het kind kan dan baat hebben bij kinderfysiotherapie. Vaak geldt: hoe eerder het kind behandeld wordt door een kinderfysiotherapeut, hoe geringer de verstoring van de ontwikkeling van het kind is.

Gespecialiseerd in kinderfysiotherapie

Onze kinderfysiotherapeuten Jeannet, Nicole en Aline zijn gespecialiseerd in de behandeling van kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot en met 17 jaar. Kinderen in die leeftijdscategorie zijn door groei en ontwikkeling aan voortdurende verandering onderhevig. Onze kinderfysiotherapeuten kunnen uw kind met klachten of motorische problemen begeleiden, waardoor hij of zij zich zo optimaal mogelijk kan bewegen en ontwikkelen.

Onze specialisten:

Hoe werken we?

Allereerst stellen we uw kind op z'n gemak. Dan volgt een gesprek met u en/of uw kind. Daarbij proberen we de hulpvraag en de zorgen die u heeft over uw kind zo goed mogelijk in kaart te brengen. Daarna volgt een observatie en een (lichamelijk) onderzoek waarbij we gebruik maken van verschillende gestandaardiseerde testen en/of vragenlijsten. De testen meten bv. het niveau van de ontwikkeling, de spierkracht, de conditie en de mate van pijn en/of de mate van beperking die het kind ervaart. Dit onderzoek geeft de kinderfysiotherapeut een volledig beeld van de motorische en/of lichamelijke klachten van het kind. De kinderfysiotherapeut bespreekt de uitslag van het onderzoek met de ouders/verzorgers en stelt daarna in overleg met ouders/verzorgers een behandelplan op en geeft tevens gericht advies. Het oefenen gebeurt zoveel mogelijk spelenderwijs met kindgericht oefenmateriaal passend bij de leeftijd van het kind en zijn belevingswereld. Het plezier in bewegen staat voorop. De ouders/ verzorgers worden actief betrokken bij de behandeling. Indien nodig hebben we contact met leerkrachten, die vaak een belangrijke signalerende taak hebben en met andere disciplines om zo tot een optimaal resultaat te komen.

Daarnaast hebben we goede contacten met o.a. de huisartsen, specialisten in het ziekenhuis en revalidatie- en jeugdartsen in Rijssen en omgeving.

Mogelijke indicaties of signalen waarvoor kinderfysiotherapie zinvol kan zijn:

Een "niet-pluis gevoel" is altijd een reden om een deskundige te raadplegen.

Algemene indicaties en signalen

• Aangeboren afwijkingen die de motoriek beïnvloeden
• Syndroom van Down
• Pijnklachten: bijvoorbeeld hoofdpijn, pijn in de rug, benen, armen
• Orthopedische klachten: vb andere stand van de voeten, knieën, heupen en armen
• Scoliose
• Neurologische afwijkingen: cerebrale parese (hersenbeschadiging), spina bifida, plexus brachialis laesie t.g.v. bevalling (zenuwbeschadiging), neuromusculaire aandoeningen (spierziekten)
• Ademhaling of longproblematiek (bijvoorbeeld astma, hyperventilatie, dysfunctioneel ademen)
• Jeugdreuma
• Mentale retardatie: achterstand in mentale ontwikkeling kan problemen geven in de motorische ontwikkeling.
• Motorische ontwikkelingsachterstand in de grove en/of fijne motoriek
• Angst voor bewegen
• Hypermobiliteit: overbeweeglijkheid van de gewrichten. Kan problemen geven in de motoriek, instabiliteit (veel vallen, struikelen) snel vermoeid zijn, geen lange afstanden kunnen lopen
• Kind heeft veel tijd nodig voordat er een nieuwe vaardigheid aangeleerd is
• Slechte concentratie/ snel afgeleid
• Sensorische informatie verwerkingsprobleem: moeite met verwerken van zintuigprikkels; bv snel afgeleid/ slechte concentratie, continue in beweging, niet stil kunnen zitten, overgevoelig voor geluid ea.
• DCD (Developmental Coordination Disorder): motorische onhandigheid
• ASS (Autisme Spectrum Stoornis) en ADHD kunnen motorische vaardigheden bemoeilijken.
• Sportgerelateerde klachten/blessures
• Spanningsklachten; bijvoorbeeld hoofdpijn, nekklachten
• Chronische vermoeidheid/pijn
• ALK (Aanhoudende Lichamelijke Klachten) vroeger SOLK genoemd.
• Visuele handicap
• Auditieve handicap
• Revalidatie na operatie en/of fracturen
• Conditie problemen door long of hartproblemen, overgewicht of na oncologie

Indicaties en signalen bij zuigelingen (baby's)/peuters

• Voorkeurshouding met soms afplatting van het hoofd (asymmetrische zuigeling), torticollis
• Huilbaby/onrustige baby
• Passieve/slappe baby: onvoldoende spierkracht of spierspanning
• Gespannen baby
• Overstrekken van nek en romp
• Premature (te vroeg geboren) en/of dysmature (te laag geboortegewicht) baby
• Niet op de buik willen liggen
• Opvallend weinig bewegen: weinig variatie in bewegen, niet of laat rollen, niet kruipen, billenschuiver, moeite met gaan lopen
• Moeite om van de ene houding naar de andere houding te gaan (vb. van lig naar zit, van zit naar stand)

Indicaties en signalen bij peuters/kleuters (1,5 - 4 jaar)

• Angst voor bewegen bijvoorbeeld tijdens klimmen, op en af stapjes, traplopen en bij gooien en vangen van een bal
• Vaak vallen of struikelen bij lopen en rennen
• Kind is heel beweeglijk in de gewrichten
• Onhandige motoriek (stoot alles om en botst tegen dingen aan)
• Afwijkend/ opvallend looppatroon
• Snel moe tijdens bewegen, kan maar korte stukjes lopen
• Tenenloper
• Lage of hoge spierspanning
• Moeite met handvaardigheid: bijvoorbeeld kralen rijgen, kleuren met adequate penvatting, knippen, knutselen

Indicaties en signalen bij kinderen van 4 jaar en ouder

• Niet mee kunnen komen met de gymles, zwemles, op het schoolplein en tijdens buitenspelen
• Moeite met fietsen, rennen, klimmen, gooien-vangen, hinkelen, springen, knippen, kleuren, schrijven.
• Geen duidelijke handvoorkeur bij teken-/ schrijftaken
• Kind beweegt houterig, afwijkend/opvallend looppatroon en is niet soepel
• Kind is heel beweeglijk in de gewrichten
• Houdingsafwijkingen zoals versterkte kyphose, versterkte hyperlordose (holle rug)
• Vaak vallen of struikelen
• Onhandige motoriek (stoot alles om en botst tegen dingen aan)
• Afwijkend/opvallend looppatroon
• Moeite met handvaardigheid/schoolwerkjes: bijvoorbeeld goed vasthouden en gebruiken van potlood en bestek, knippen, kleuren, constructiewerk maken, knutselen
• Geen interesse in tekenen, knippen of knutselen
• Schrijfproblemen zoals onleesbaar handschrift, traag schrijven, schrijfkramp
• Moeilijk onthouden in welke volgorde een taak moet worden uitgevoerd
• Moeite met ruimtelijke oriëntatie: bijvoorbeeld puzzels, mozaïekstukjes leggen
• Snel vermoeid (door verminderde conditie en/of spierkracht)
• Overgewicht (obesitas)
• Zindelijkheidsproblemen
• Conditieproblemen

Voor meer informatie zie NVFK.